-
1 klappen
1 [klappend geluid maken met de handen] clap2 [uiteenspringen, ontploffen] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 er werd bijna niet/lang geklapt • there was hardly any/was lengthy applausevoor iemand klappen • applaud someoneuit elkaar klappen • burstin de handen klappen • clap (one's hands) -
2 knip
knip1I 〈 de (mannelijk)〉♦voorbeelden:II 〈de〉1 [sluiting met een veer] snap 〈 sieraden, beurs〉 ⇒ (spring) catch 〈 sieraden, deur, paraplu〉, clasp 〈 sieraden, boek〉2 [plat grendeltje] catch4 [portemonnee] purse♦voorbeelden:2 doe de knip op de deur • 〈 om af te sluiten〉 put the catch on the door; 〈 om deur open te houden〉 put the door on the latch————————knip2 -
3 gebeuk
♦voorbeelden: -
4 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский